Tijdens de honderdste Vierdaagse onderzoekt hoogleraar Inspanningsfysiologie Maria Hopman van het Radboudumc de wandelprestaties van de honderd oudste wandelaars. Dit onderzoek moet meer inzicht geven in de oorzaak van gezondheidsverschillen tussen vitale en kwetsbare ouderen. Over de gezondheid van vitale ouderen is nog relatief weinig bekend, in tegenstelling tot de gezondheid van ouderen die zorgbehoevend zijn. “Eigenlijk is alles wat je bij deze groep onderzoekt uniek.”

Aan de honderdste editie van de Nijmeegse Vierdaagse doen dit jaar ruim 48.000 wandelaars mee. De honderd oudste wandelaars uit deze groep hebben de leeftijd van 82 tot 93 jaar. Onderzoek bij deze wandelaars biedt een unieke kans om meer te weten te komen over de grote verschillen tussen ouderen. Zijn er aanwijzingen te vinden waarom de ene groep vier dagen dertig kilometer kan lopen, terwijl de andere groep kwetsbaar en hulpbehoevend is?

Fysieke metingen
Om erachter te komen wat vitale ouderen anders maakt dan hun kwetsbare leeftijdsgenoten, volgen de onderzoekers de wandelaars intensief tijdens de Vierdaagse. Zo kijken zij naar de kwaliteit van de bloedvaten en fysieke prestaties zoals loopsnelheid, spierkracht en balans. Daarnaast kijken de onderzoekers naar eiwitinname via de voeding en stoffen in het bloed die een maat zijn voor gezondheid, zoals vitaminen en mineralen. Ook doen zij metingen aan de vochtbalans, hartslag, en verstandelijke vermogens.

Beeldvorming
Naast de fysieke prestaties, willen de onderzoekers ook meer inzicht krijgen in hoe anderen tegen de wandelende ouderen aankijken. Want als deze groep zo actief is, worden ze misschien ook wel jonger ingeschat. Maria Hopman: “Daar zijn wel theorieën over die we verder willen onderzoeken. We maken bijvoorbeeld portretfoto’s van deze ouderen en laten een panel de leeftijd schatten om te zien of ze ook echt jonger lijken dan ze zijn.”

Bron: vierdaagseonderzoek.nl